Alle berichten van vptz
Ervaring van een vrijwilliger
Mijn fiets op slot, de trap op, het sleutelkastje en dan sta ik in een hal met vijf deuren. De woonkamer? Op goed geluk klop ik op de middelste deur. Een zacht “Ja” komt van de andere kant. De kamer is klein, voor het raam staat het bed. Mw kijkt mij met grote ogen aan. “Wie ben jij” Ik stel me voor en vraag of ik haar een tijdje gezelschap mag houden. Dat is goed, mijn jas kan naar de kapstok in de hal. Ze mist het buiten zijn, vindt mijn handen heerlijk koud. De thuiszorg is net geweest. Ze is gewassen, het bed verschoond. Ik zie dat ze moeite heeft haar ogen open te houden, ga zitten en pak mijn boek. Even lijkt het of ze slaapt. Maar haar ogen blijven in spleetjes aan de bank hangen waar ik zit. Ze is al 15 jaar alleen en erg op zichzelf. Twee weken terug zat ze bij de huisarts met vage klachten. De thuiszorg is sinds een week in beeld. Tot dan deed ze alles zelf. Het is onvoorstelbaar, alles ziet er zo netjes en verzorgd uit. Ik zie dat ze de slaap niet kan vatten en leg mijn boek weg. Op het tafeltje naast haar bed staat een foto. Twee mooie mensen in feestkleding. Ze kijken liefdevol naar elkaar. “Wat een mooie foto heeft u daar” Ze lacht, ontspant en vertelt dat de foto genomen is ter ere van hun 25jarig huwelijk. Ze was toen 47. Ik trek een stoel naast het bed en ga zitten. Ze vertelt dat haar man een stuk ouder was, ze geen kinderen heeft. Ze had ze wel graag willen hebben. In Groningen is ze opgegroeid en heeft ze haar man leren kennen. Ze is coupeuse geweest. Alle kleren ook die van haar man naaide ze zelf. Haar mooiste jurk, voor straks, hangt in de slaapkamer aan de kast. Ik mag straks wel even gaan kijken. Ze heeft een tien jaar jongere broer, hij woont met zijn vrouw over de grens. Gisteren was hij op bezoek, een emotioneel weerzien. Ineens ziet ze haar broer door de kamer lopen. Ik moet het hele huis controleren of hij er nog is. Er is niemand, verdrietig kijkt ze mij aan. De wereld ziet er soms vreemd uit met morfine. De deurbel gaat. De thuiszorg komt kijken of de morfinepomp goed werkt. Ze is blij met de VPTZ want mw kan eigenlijk niet meer alleen zijn. Alles is oké en ze vertrekt. Deze middag ervaar ik dat buiten de deur alles gewoon doorgaat. De glazenwasser staat ineens voor het raam. We schrikken allebei, maar de gordijnen hoeven niet dicht. Hij komt al jaren, ze kennen elkaar. De man lapt de ramen in een wereldrecord. Als ik wegga ligt de rekening op de deurmat.
De volgende dag is haar toestand aanzienlijk verslechterd. De thuiszorg is nog aanwezig als ik binnenkom. Ze heeft mw vanmorgen vroeg op de rand van haar bed aangetroffen. Mw is erg onrustig. Ze vraagt mij of er meer zorg van de VPTZ kan komen. Ik verwijs haar naar de coördinator en besluit wat langer te blijven. De huisarts komt langs. Vraagt of hij nog iets voor haar kan doen. Veel respons krijgt hij niet. Ze kijkt verdwaasd de kamer rond. En dan ben ik weer alleen met haar. Vraag of ze wat drinken wil. Ja dat wil ze wel. Met een lepeltje geef ik haar water. Ze zakt weg in een rusteloze slaap. Haar ogen draaien, haar gezicht is een spiegel van haar dromen. Soms kreunt ze, ik strijk over haar hoofd en zeg dat ze aan de fijne dingen van vroeger moet denken. Ze glimlacht en houdt mijn hand stijf vast. Uiteindelijk wordt ze goed wakker en wil een pakje appelsap drinken. Zelf drinken. Het lukt haar niet haar handen stil te houden. Ik pak haar handen zachtjes vast en zo drinkt ze het pakje leeg. Het pakje blijft in haar handen ook al heb ik het teruggezet. Ze kijkt naar haar handen, wil het pakje aan mij geven. Ze is verbaasd als ze ziet dat ze niets vasthoudt. Ik zeg dat de illusie door de morfine komt. Daar moet ze om lachen. Als mijn tijd erop zit, vraag ik of ze alleen kan blijven tot de thuiszorg komt. Het is goed, ik kan gaan. Ik haal mijn jas op en loop terug naar het bed. Ze pakt mijn handen beet en zegt zacht “bedankt voor alles” Bij de kamerdeur zwaai ik, voor de laatste keer. Die nacht overlijdt ze. Haar broer en schoonzus zijn bij haar.



